Al een aantal jaren ben ik me heel bewust van de kracht van je gedachten, van de woorden die je uitspreekt. Wat de consequenties zijn van dat bandje dat je afspeelt in je hoofd, soms positief, maar vaak ook met juist beperkende overtuigingen, zo vaak en zo oorverdovend dat het simpelweg onder je huid gaat zitten en je er wel in moet geloven… Tegenwoordig ben ik me er behoorlijk bewust van wanneer ik bij die hele oude (helaas ook vertrouwde) cassettedeck weer eens op play heb gedrukt. Het is een oude val waar ik zo af en toe intrap, gelukkig hoogstens met een been, zodat ik er ook snel weer uit stap. Onlangs werd me weer even heel duidelijk wat een enorme impact je eigen gedachten kunnen hebben.
Ik wandelde een aantal maanden geleden in mijn woonplaats langs de Waal en nam zoals vaker mijn grijper, opgetuigde karretje en vuilzakken mee om bij elke stap die ik dan toch graag zet, wat zwerfvuil mee te nemen. Onderweg sprak een oudere man, ik schat hem rond de 80 jaar, me aan. Dat gebeurt best regelmatig, vooral wat oudere mensen waarderen dat je de moeite neemt de leefomgeving wat mooier te maken, waarbij ze dan ook meteen verzuchten dat het zo jammer is dat het zo hard nodig is.
Deze man vertelde me, in plat Tiels, ook wat een bende het was, dat iedereen zijn troep maar neer gooit, dat de wereld kapot gaat. Ik stelde hem af en toe een vraag en de man liep leeg. En ik moest enorm mijn best doen om nog wat van mijn eigen energie vast te houden… Het was lang geleden dat ik iemand was tegengekomen die zo negatief was over het leven, de wereld, de politiek, het nieuws, over de mens. Deze verbitterde oude man zag geen lichtpuntjes meer. Was volledig levenslusteloos. Ik hoorde hem aan.
“Wat maken mensen toch een troep, ze ruimen niets meer op. Ach, de wereld gaat toch helemaal kapot. Ik heb tot mijn 72e gewerkt. Mijn vrouw overleed 3 jaar geleden na een lang ziekbed, mijn dochter overleed in januari aan een hersentumor. Ik kreeg van de week een brief dat er wijziging in mijn pensioen zou plaatsvinden. Ik beloofde mijn enig overgebleven dochter dat we lekker samen zouden proosten daarop. Mevrouw, ik krijg er 8 euro per maand bij, nadat ik de afgelopen 10 jaar niets erbij kreeg. Alles wordt duurder. De politiek is niet te vertrouwen en als je dan vanochtend weer ziet wat er dan in Rotterdam gebeurt… En dan de oorlog in Oekraine. Weet u, echt alle mensen zijn slecht. Als je de mens kent, wil je alleen nog maar met dieren omgaan…”
Wat een pijn, pfff. Ik hoorde hem aan, sprak mijn begrip uit voor zijn gevoel. Dat ik me kon voorstellen dat het leven weinig te bieden lijkt te hebben op momenten. Ik gaf hem terug dat ik zijn frustratie herkende maar daarom een tijdje was gestopt met de hele dag door volgen van het nieuws. Omdat ik er niets kan aan kan veranderen. Dat ik weigerde te geloven dat alle mensen slecht zijn. En dat als je stopt met nieuws kijken en je meer te verbinden met andere om je heen, je echt ook goede mensen tegenkomt. Dat ik hem gunde ook weer wat lichtpuntjes te gaan zien. Hij sputterde tegen, soms heftig, soms moedeloos. ‘Ja, maar hoe dan… en ‘dat zegt mijn dochter ook steeds maar…’.
Het liefst had ik hem liefdevol door elkaar geschud. En een knuffel gegeven. Gezegd dat er nog veel moois is om van te genieten, maar dat je het wel moet willen zien. Het liefst al mijn eigen lessen en ervaringen over hem uitgestrooid met ‘Power of Words, meneer’ en ook ‘Manifesteren kun je leren’ in zijn oor willen fluisteren. Maar dat alles had natuurlijk geen enkele zin.
Dus maakte ik het klein. Heel klein. Mijn mini-missie van dat moment. En vertelde ik hem dat ik probeerde om op mijn eigen vierkante meter een verschil te maken. En dat ik hem gunde toch wat te genieten van zijn wandeling in de warme oktober-zon. Hij pruttelde weer wat tegen… waarop ik zei: “In ieder geval kunt u zometeen mooi langs de Waalkade wandelen zonder tegen lege etenszakken en lege bierflesjes aan te kijken. En dat maakt uw wandeling van vandaag hopelijk een stukje mooier.” En de man… (en ik krijg er weer kippenvel van nu ik eraan denk) lachte. Hardop. Het waren maar 3 seconden. Waarop ik het niet kon laten te zeggen “Kijk, en dan heb ik u vandaag in ieder geval nog even laten lachen. Daar ben ik al dankbaar voor. Ik wens u sterkte en ondanks alles een fijne middag.” Met een wat zachter gezicht dan een kwartier geleden antwoordde hij: ’Nou ik wens jou veel succes met zo positief zijn’.
Ik draaide me om en liep richting een verzameling groene bierblikjes. Haalde even diep adem en schudde even kort mijn lijf. Ik moest even loskomen van het beklemmende verdriet, de angst en de pijn van deze man. Deed mijn ogen dicht en draaide mijn gezicht in het licht van de zon.
Dankbaar voor alles wat er wel is.